Het is echt niet altijd zo dat de mensen die we voor deze interviewreeks spreken, al uitvoerig over het thema hebben nagedacht. Nee hoor, vaker gaan ze speciaal voor dit artikel op introspectie: wat is het, dat het leven voor mij de moeite waard maakt? Bij actrice en zangeres Meral Polat (41) is dat heel anders. Zij houdt zich al zolang ze zich kan herinneren bezig met de grote vragen des levens: wat ís de zin er eigenlijk van. „Ik was echt zo’n waarom-kind.”
We zitten aan tafel in het gemeenschappelijk gedeelte van een muziekstudio, de vaste repetitieruimte van haar band. De ruimte baadt in het zonlicht dat door de grote ramen naar binnen schijnt. Schrootjes tegen de muur, verdrietige vetplanten in de vensterbank. Vrolijke oranje lamp boven een zwarte tafel. En aan die tafel Meral Polat, in een felgele trui. Ze is een beetje traag vandaag, zegt ze, want ze is ontzettend verkouden. Daarom doet ze druiven en amandelen in vier verschillende bakjes.
Waarom was je als kind al bezig met de zin van het leven?
„Ik stelde over alles vragen en mijn vader beantwoordde al mijn vragen. En dat vragen stellen is altijd gebleven. We hebben dit dus als normaal aangenomen, dacht ik bij veel. Waarom eigenlijk?” Meral Polat pakt het schaaltje met amandelen van tafel. „Waarom zijn de randen van dit bakje schuin en niet recht? Kunnen er dan meer dingen in? Waarom zijn de dingen zo?
„In de omgeving waarin ik opgroeide waren er een aantal dingen die ik op jonge leeftijd heel bewust waarnam. Wij zijn immigranten, en ik groeide op in Poelenburg in Zaandam. Maar onze ouders brachten ons naar een school buiten de wijk omdat daar het beste onderwijs zou zijn. Naar een christelijke school in plaats van een zwarte school, eigenlijk. Dat viel op. In onze buurt werd ik een beetje gepest vanwege mijn achtergrond. Stomme Turk, ga naar je eigen land, zulke dingen. Mijn broer en ik waren mondig genoeg om onszelf te beschermen, dus ik heb er geen trauma’s aan overgehouden. Maar zoiets meemaken, als ‘de ander’ gedefinieerd worden, dat tekent je als mens. In mijn omgeving was er een verdeling van Turken en soennieten en alevieten. En wij zijn Koerden. Een minderheid binnen een minderheid. Soms mocht er geen Koerdisch gesproken worden op vakantie in Turkije, omdat mijn opa en oma er huiverig voor waren. Ik merkte dat op. Er waren heel veel dingen waarbij ik dacht: waarom is dat eigenlijk zo?”
En hoe vloeiden de zingevingsvragen daaruit voort?
„Ik weet het niet precies. We zijn gewoon geboren in een lichaam, we hebben nergens om gevraagd. En dan worden we volwassen en moeten we van alles. Maar waarom zijn we hier, vraag ik me dan af? Op jonge leeftijd zag ik al: mensen bedenken gewoon zelf de regels. De wereld waarin je geboren wordt is door mensen gemaakt en bedacht. Dat is voor de één gunstig en voor de ander ongunstig.”
Aan vrijwel al het werk dat ze maakt of waar ze zich aan verbindt, liggen dat soort existentiële vragen ten grondslag. „Waarom leven wij? Ik werk altijd vanuit die gedachte. De specifieke vragen die je stelt, veranderen naarmate je andere dingen meemaakt en hangen ook af van je levensfase.” Recent speelde Polat in de intieme voorstelling En ze maakte een kind. Die gaat over het moederschap, waarom vrouwen zich daar, ook als ze zoals Polat geen kind hebben, altijd tot moeten verhouden. Ze werkt aan een nieuw album met Koerdische liedjes, deze maand gaat ze met haar muzikanten naar Istanbul voor opnames. Het wordt de opvolger van Ez Kî Me, uit 2022. Dat album maakte ze over haar toen pas overleden vader, met de gedichten die hij naliet. De liedjes op het nieuwe album gaan over vrouw zijn, vrij zijn.
Het eerste theaterstuk waar Polat aan werkte, was bepalend voor de rest van haar carrière. Ze liep in 2003 stage bij kunstenares Adelheid Roosen, die veel voorstellingen maakt die de maatschappij onderzoeken en bevragen. Samen maakten ze De gesluierde monologen, een voorstelling over islamitische vrouwen en hun intieme leven. Het stuk vloeide voort uit 75 interviews die Adelheid Roosen met vrouwen hield.
„Het waren confronterende monologen. Er waren vrouwen die vertelden over hun besnijdenis, over manieren waarop ze zich aan moeten passen. Nare ervaringen. En anderzijds vertellen ze ook hoe ze kracht uit hun religie halen. Daar kwam het inzicht wat een kracht kunst kan hebben. Ik begreep toen dat ik een doorgeefluik wil zijn van stemmen die niet gehoord worden. Van verhalen die in het donker blijven. Elke keer als ik in het Koerdisch zing, weet ik dat mijn vader dat als kind niet mocht spreken. Dat hij dan in elkaar werd geslagen werd. En dat hij vond: mijn eigen kinderen mogen gewoon vrij zijn. In die taal zingen is voor mij verzet tegen onderdrukking.”
Polat deelt een herinnering die haar vanochtend onder de douche te binnen schoot. Een herinnering aan haar auditie voor de toneelschool. Een heel weekend met dertig anderen. „Ik vond het zo geweldig om daar te kunnen zijn. Al die opdrachten die je moest doen. En ik dacht vanochtend onder de douche: stel je voor dat ik daar heel bang was geweest. Bang voor de concurrentie. Of dat ik had gedacht: dit is veel te intens. Ik was pas 17 en had alleen ervaring met toneel uit het buurthuis. Maar ik was niet bang. Ik was open en blij en lachte om de anderen als zij stukken deden. Misschien omdat ik er zo bleu in zat. Ik weet niet waarom ik dit aan je vertel.”
In de voorstelling En ze maakte een kind (geregisseerd door Nita Kersten en geschreven door Sarah Sluimer) vertelt een vrouw aan het publiek dat zij geen kinderen heeft. Ze is begin 40, dus het is de vraag of het er ooit nog van gaat komen. De voorstelling gaat niet over Meral Polat, maar toch ook weer wel. Waarom is er zo weinig kunst over het moederschap, vraagt de vrouw zich af. Waarom werd – en wordt – zo vaak aangenomen dat moeders geen goede kunstenaars kunnen zijn? Waarom heeft zij dat zelf altijd als waarheid aangenomen? Als mensen naar haar kijken, dan vragen ze zich vast af waarom ze die heupen nooit heeft gebruikt om te baren, houdt ze het publiek voor. Op het podium bevalt ze van haar fictieve dochter: Askim. De voorstelling speelt nu even niet, maar gaat in 2025 in reprise.
Tegen het einde van ‘En ze maakte een kind’ zeg je dat de fictieve dochter waar je van bent bevallen zich geen zorgen over je hoeft te maken, als je straks alleen naar huis gaat. Waarom?
„Sarah Sluimer heeft die tekst geschreven, het einde is nog vlak voor de première aangepast.”
Welke impact heeft zo’n voorstelling op jou?
„Ik heb vorige maand, toen de voorstelling stopte, echt even een week moeten bijkomen. Bij mij is elke voorstellen, al mijn werk, alles of niets. Met alles wat ik heb stort ik me er in. Tegelijkertijd speelt dit thema in mijn persoonlijke leven ook een rol: wel of geen kinderen. Dus daar gaat emotioneel gezien ook veel energie in zitten. Terwijl ik de performance doe, onderzoek ik ook wezenlijks in mijzelf, het is dicht op mijn eigen huid. En ik voel alles, ik voel alles en iedereen. In de zaal zaten tachtig mensen om me heen, die ik vanwege de intieme setting allemaal in de ogen kon kijken. Je ziet alles. Verdriet, pijn. Er werd gehuild.
„Ik ga diep. Dat moet ook van mezelf. Dat is ook wat ik als kunstenaar wil zijn: volledig, onontkoombaar open en aanwezig. Maar daar moet ik ook weer van bijkomen en weer van opladen.”
In de voorstelling zeg je dat moeders over alles wat ze doen verantwoording af moeten leggen. Moet jij er verantwoording over afleggen dat je geen kind hebt?
„Het gebeurt bijna nooit dat mensen heel direct vragen waarom ik geen kind heb. Maar je voelt die vraag wel de hele tijd. Dat zit ook in mezelf.
„Bijna als een antropoloog start ik bij het voorbereiden van zo’n theatervoorstelling een onderzoek naar mezelf. Ik heb altijd de aanname gehad dat ik wel kinderen zou krijgen. Komt die aanname uit mezelf? Of komt het vanuit de buitenwereld die denkt: je bent een vrouw, dus dat ga je wel doen. Of komt het uit de biologie? Nu ben ik op de leeftijd waarop ik constateer: het is er nooit van gekomen, ik heb de drang nooit echt gevoeld. Met een ex voelde het weleens alsof ik een kind zou willen. Maar kwam dat gevoel vanuit mezelf?”
Heb je een antwoord gevonden?
„Nee nog niet. Nou ja, ik weet dat het nu goed is zoals het is. Maar ik kan niet in de toekomst kijken.
„Aan het einde van de voorstelling delen mensen heel veel verhalen met me. Mannen die nooit kinderen hebben gekregen en spijt hebben. Vriendinnen van in de tachtig die het geweldig vinden dat ze geen kinderen hebben. Moeders die met dochters zijn gekomen. Zussen. Mensen willen iets met hun gevoel na de voorstelling. Praten, knuffelen, iets. Ik ben zo dankbaar dat mensen hun intieme verhalen willen delen.”
Binnenkort komt de serie Bodem op tv, van Eva Crutzen, over een dolende dertiger zonder kinderen. Polat speelt een bijrol. Zij is de vriendin van de hoofdrolspeelster en heeft net haar eerste kind gekregen. Ze worstelt met haar nieuwe lieven. En ze is ook kunstenaar, vertelt Polat. „Grappig hè”, lacht ze.
Waarom is dat grappig?
„Dat ik in En ze maakte een kind een kunstenaar speel die geen kinderen krijgt, en in Bodem wel moeder wordt. Dat die rollen op mijn pad kwamen terwijl ik zelf ook net met dezelfde thema’s bezig was.
„Vrouw-zijn is een thema is in wat ik doe. Er worden ontzettend veel mensen onderdrukt – denk aan de genocide in Palestina, Oeigoeren, Koerden, Oekraïners. Maar ik denk dat de grootste groep die onderdrukt wordt, uiteindelijk de vrouw is. Ik denk dat mijn werk er daarom over gaat.”
Voel jij je weleens onderdrukt?
„Nee. En ja. Nee, want ik ben een ongelofelijke mazzelaar. Geboren in Amsterdam, met deze ouders. Ik leef mijn leven. Als ik als Koerdische vrouw in de bergen was geboren, en mijn ouders niet hun wereld hadden achtergelaten om te migreren, dan was ik meeronderdrukt geweest. Maar tegelijkertijd voel ik als vrouw en minderheid wel onderdrukking in het collectief. Ongelijkwaardigheid. Hoe vrij kan ik nou echt zijn, als andere vrouwen elders in de wereld niet vrij zijn? Ja, ik ben vrij in mijn eigen bubbel in Amsterdam, maar een stukje over de grens en de bubbel wordt doorgeprikt. Vrij ben je pas als iedereen dat is. Maar het feit dat je leeft is al een loterij die je hebt gewonnen.”
En dat, zegt Meral Polat, is wat het leven de moeite waard maakt. „Dat je er bent en het meemaakt.”